Ontdek #Druiventro(t)s

Toerisme Vlaams-Brabant werkte samen met de gemeenten Tervuren, Hoeilaart, Huldenberg en Overijse het project ‘Druiventro(t)s uit. De provincie stippelde een volledig parcours uit met activiteiten die variëren van thematische druivenwandelingen, fietstochten en bezoeken bij de serristen tot de befaamde jaarlijkse druivenfeesten.

Van augustus tot oktober zijn het hoogdagen voor de tafeldruif. Het Vlaams-Brabantse topproduct draagt sinds 2008 het Europese label van Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), dat enkel toegekend wordt aan exclusieve en regiogebonden producten.

Het verhaal van de tafeldruif startte in 1865 in Hoeilaart toen Felix Sohie als 17-jarige zijn eerste serres bouwde. Zijn broers stapten mee in het verhaal en het bedrijf groeide uit tot zo’n 300 serres. In de jaren erna schoten de druivenbedrijven als paddenstoelen uit de grond, ook in de naburige gemeentes Overijse, Tervuren en Huldenberg. De streek van ‘de glazen dorpen’ telde in zijn gloriejaren 35.000 serres.

Tijdens de 20ste eeuw kreeg de druivenstreek enkele rake klappen te verwerken. De economische crisis van 1930, de eenmaking van de Europese markt voor landbouwproducten in 1962 en de oliecrisissen van 1973 en 1979 zorgden ervoor dat veel bedrijven overkop gingen. Op vandaag telt de druivenstreek nog een vijftiental professionele druiventelers en een handvol telers in bijberoep en amateurtelers.

De teelt van de druif is een arbeidsintensief proces en gebeurt grotendeels manueel. De druivenranken worden tijdens de wintermaanden gesnoeid en bemest. In de maanden daarna worden druiven nauwkeurig verzorgd: de scheuten worden bijgeknipt en de trossen worden ‘gekrent’ waarbij de kleinste druifjes verwijderd worden. Het resultaat? Rijpe trossen van zo’n 800 gram die 70 tot 80 druiven tellen. Een topproduct van eigen bodem.

Meer info over Druiventro(t)s en een overzicht van alle activiteiten vind je op de website van Toerisme Vlaams-Brabant.