@livewireStyle
header.home link

Doe mee met Mijn Tuinlab

Op expeditie in eigen tuin: boeiend voor kinderen én voor jezelf. Je kan er nu een heus onderzoeksproject van maken: doe mee met Mijn Tuinlab, het grootste tuinonderzoek ooit in Vlaanderen georganiseerd door Natuurpunt, Kenniscentrum tuin+ van de Erasmushogeschool Brussel en de KU Leuven.

6 mei 2020  – Laatste update 16 september 2020 15:55
Lees meer over:

Wees gerust: een microscoop of verrekijker, reageerbuisjes of bunzenbranders heb je niet nodig. Wel een portie nieuwsgierigheid. Natuur- en tuininzicht krijg je er gaandeweg zomaar bij. Of je al die opgedane kennis voor jezelf moet houden? Als het van Mijn Tuinlab afhangt zeker niet. Word één van de 10.000 tuinliefhebbers die gegevens verzamelt over wat groeit, leeft en vliegt in eigen tuin en deel jouw data. Het project bundelt die informatie, vult ze aan met ander studiemateriaal en zelfs satellietbeelden en luchtopnames.

Het doel van het Mijn Tuinlab-project is om later nog breder tuinonderzoek op te starten en acties te organiseren die biodiversiteit, klimaat, natuurbeleving en voedselproductie (kunnen) stimuleren. Hieronder lees je eerst de theorie, daarna is het tijd voor wat praktische tips en ideeën voor onderzoekjes.

Deel 1: de theorie!

Negen procent van Vlaanderen bestaat uit tuinen. Dat is drie keer zoveel als onze natuur­gebieden (3%) en amper iets minder dan onze bossen (11%). Dit tuinenlandschap levert tal van natuurvoordelen als zuivere lucht of verkoeling in de zomer. Bovendien is het een leefgebied voor dieren en planten tot zelfs een buffer tegen klimaatverandering.

“Het bizarre is dat we daar eigenlijk niets over weten”, zegt Lot Vanderoye van Natuurpunt. “Het kadaster weet van elk huis hoeveel toiletten er zijn. Maar of de tuin ­bestaat uit één groot terras, een strak gazon of een halve wildernis? Niemand die het weet. Omdat het privé-eigendom is en je er dus ook niet zomaar onderzoekers naartoe kan sturen om even te gaan tellen en turven. Nu hopen we, door de Vlaming zelf zijn tuin te laten onderzoeken, een breed zicht te krijgen op wat daar leeft en groeit en zo ook nog meer verbanden te kunnen leggen. Waarom doet die ene soort het in die regio goed en daar niet? Spelen er ziektes? Hoe doen de teken het in ­tuinen? Noem maar op.”

In totaal mikt het project op 10.000 geregistreerde gebruikers die aan verscheidene projecten zullen kunnen deelnemen. “Mijn Tuinlab is eigenlijk een open platform voor burgerwetenschap”, zegt landschapsarchitect Paul ­Verschueren van Kennis­centrum Tuin+ van de Erasmus­hogeschool Brussel. “Het telproject van Natuurpunt is maar één van de projecten. Er kan ook een onderzoek van een andere partij zijn waarbij er voor een periode cameravallen in tuinen geplaatst worden.”

Geen nood: je hoeft ook helemaal geen grote tuin te hebben om deel te nemen. Enkel een balkon met daarop wat potplanten? Ook dat is ‘een tuin’, want op je balkon kunnen net zo goed bijen of vlinders neerstrijken. Scholen mogen trouwens ook deelnemen. Daarvoor staan er lespakketten op Mijntuinlab.be.

Deel 2: de praktijk!

Genoeg theorie, tijd om de handen vuil te maken. Je kan je eigen Tuinlab aanmaken in drie eenvoudige stappen: registreer je op www.mijntuinlab.be, geef de locatie van je tuin in en duid vijf basiskenmerken van je tuin aan. Zo, je Tuinlab is klaar! Nu kan je starten met je eerste project en leer je gaandeweg de natuurvoordelen van je tuin ten volle benutten. Stiekem al benieuwd naar hoe goed je tuin al scoort op zeven natuurvoordelen? Bereken dan hier je eigen tuinscore.

Wij geven alvast wat inspiratie voor leuke tuinexperimenten mee.

Snel, sneller, snelst

Het voorjaar een ideale zaaiperiode. De grond is warm en licht vochtig. Zo hebben de meeste zaden het graag. Zorg dat ze zich knus voelen en bedek ze met een dun laagje aarde. Voelt je tuingrond droog aan, nevel ineens dan water.

  • Tip: Laat je kinderen een groeiwedstrijd houden met zaden van diverse groenten en bloemen. Radijsjes kiemen al na een week, worteltjes pas na drie weken. De grootte van de zaden speelt geen rol. De verschillen zitten in hun genen.

  • Extra: Volg het kiemproces vanop de eerste rij. Prop een glas vol met watten en stop een boon tegen de glaswand, zowat halfweg de watten. Giet er water overheen en zet warm weg. Eerst komt de wortel, pas dan een stengel en bladeren.

Hoog, hoger, hoogst

Meet elke week de hoogte van een zonnebloem en ontdek wanneer ze in groeispurt gaat. Omdat een zonnebloem gemakkelijk 2,5 meter hoog wordt, gebruik je een stok met decimeteraanduiding of prik je er een in de grond naast de plant. Trek elke week een streepje en zet er de datum bij.

  • Tip: Zaai of plant zonnebloemen op verschillende plaatsen in de tuin. Eentje in de zon, eentje in de schaduw of geef plant 1, 3 en 5 af en toe water. Zie welke het snelst en best groeit.

  • Extra: Zonnebloemen lokken veel bijen en andere bestuivers. Ze bestuiven ineens ook andere groenten en fruit en zorgen zo voor een extra grote oogst in je tuin. Later op het jaar komen tuinvogels de zaden uit de zonnebloem plukken.

Zon voor kleur en smaak

Zet een pot of stolp over een rabarberstruik. De stengels zullen hoog opschieten en de bladeren niet groen, maar geel kleuren. Laat iemand geblinddoekt proeven en stel zelf vast dat de gebleekte rabarber minder zuur is. Zonder zon zijn planten niet in staat goed te groeien en smaak op te slaan.

  • Tip: Dek een paardenbloem een week lang af met een pot of deksel. Pluk de nieuw gegroeide, geelwitte bladeren. Het is 'molsla'. Vroeger gingen mensen op zoek naar paardenbloemen die ondergestopt zaten onder een molshoop, om ze dan te eten als sla of mee te bakken in pannenkoeken.

  • Extra: Lang kunnen planten niet zonder licht. Gebruik deze kennis om af te rekenen met onkruid. Leg er karton of een ander dicht materiaal overheen. Verstop eventueel onder schors of ander mulch. Laat een jaar liggen en neem het stukje tuin dan weer in gebruik.

Goed voor een tweede leven

Planten willen leven. Zie het aan je voorraadje ui, sjalot en zelfs look. Laat je ze lang liggen, dan groeien er nieuwe groene pijpjes. Aardappels krijgen 'ogen' en na iets langere termijn zelfs scheuten.

  • Tip: Leg een aardappel in en schaaltje water of in een hyacinten- of ander bollenglas en zet op een lichte plek. De scheutjes worden stengels met blaadjes. Na enkele dagen volgen onderaan ook wortels.

  • Extra: Kweek een plant uit een restje gemberwortel. Leg de wortel in een bloempot en dek af met een centimeter aarde. Geef water en houdt warm. Wekenlang. Uit de wortel groeien op bamboe lijkende stengels en bladeren. Oogst in november je eigen gember.

Bron: Mijn Tuinlab / Het Nieuwsblad

Gerelateerde artikels