Groen wil rem op groei veestapel in West-Vlaanderen

"West-Vlaanderen is niet alleen een varkensprovincie, maar wordt ook een kippenprovincie", geeft provincieraadslid Maarten Tavernier aan. "Dat is ook merkbaar. Steeds vaker zijn er conflicten tussen landbouwbedrijven die met meer en grotere kippenstallen een leefbaar inkomen willen halen, en omwonenden die strijden voor de leefbaarheid van hun omgeving.”

Volgens het provincieraadslid ontsieren megastallen het landschap en zorgen ze voor geurhinder. “Landelijke wegen zijn niet altijd voorzien op het zware vrachtverkeer die voor aan- en afvoer zorgt”, gaat Maarten Tavernier verder. “Ook het probleem van een teveel aan mest en stikstofuitstoot wordt zo steeds groter.” In tegenstelling tot het aantal kippen, is het aantal varkens en runderen in de provincie stabiel of eerder dalend.

Mestvarkens, zeugen, kippen en runderen: het is het inkomen voor veel familiale landbouwbedrijven. "Wat niet wil zeggen dat individuele bedrijven niet kunnen groeien", nuanceert Maarten Tavernier. "Dat kan bijvoorbeeld door een overname. Uitbreiding op een bestaande locatie zorgt voor conflicten met de buurt. Wie kippenstallen heeft, verdient per dier een heel beperkt bedrag en daardoor wordt men gedwongen om nog meer kippen te kweken. De enige oplossing voor de kippenboeren is massaproductie. We richten onze boodschap tot Vlaanderen."

"Op het eerste zicht zou je misschien kunnen zeggen dat dit recordcijfer goed nieuws is voor de economie", zegt Vlaams parlementslid Jeremie Vaneeckhout (Groen). "Spijtig genoeg zegt de grootte van de sector weinig over het economisch succes. West-Vlaanderen is als varkensprovincie momenteel weinig succesvol. Steeds meer varkensboeren zien zich genoodzaakt om loonwerker te worden in dienst van een veevoederfirma, omdat ze geen leefbaar inkomen meer kunnen halen uit hun activiteiten.”

“Te grote investeringskosten in het verleden zorgen voor een financiële strop”, gaat Jeremie Vaneeckhout verder. “Wij passen voor een landbouwmodel dat alleen nog financieel rendeert voor grote toeleverbedrijven of slachthuizen en multinationals, maar niet meer voor de familiale landbouwer. We moeten zorgen dat zo'n scenario zich niet met kippenbedrijven herhaalt."