@livewireStyle
header.home link

Zelf een varken houden: (hoe) kan dat?

In onze mailbox krijgen we regelmatig bijzondere vragen. Vaak gaan die over het houden van dieren. Een vraag die al in verschillende vormen gesteld werd, is deze: ‘Ik wil graag zelf een varken houden. Hoe begin ik daaraan?’. Wij zochten het uit.
25 januari 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 11:20
Lees meer over:

In onze mailbox krijgen we regelmatig bijzondere vragen. Vaak gaan die over het houden van dieren. Een vraag die al in verschillende vormen gesteld werd, is deze: ‘Ik wil graag zelf een varken houden. Hoe begin ik daaraan?’. Wij zochten het voor je uit.

 

Juridisch: onderscheid tussen vlees- en gezelschapsvarkens

Voor hobbyhouders (die dus geen varkens kweken) bestaat er een onderscheid tussen vleesvarkens en gezelschapsvarkens, waarbij het telkens om maximum drie dieren gaat.

  • Vleesvarkens: je houdt biggen/varkens die zullen worden geslacht en die mogen worden geconsumeerd door jezelf en je gezinsleden.
  • Gezelschapsvarkens: je houdt varkens zonder ermee te kweken of handel te drijven, en ze worden niet geslacht en het vlees mag dus ook niet worden geconsumeerd.

Elke houder van varkens, of het nu om vlees- of gezelschapsdieren gaat en ongeacht het aantal, is verplicht zich te registreren, via een registratieformulier bij Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). Lees ook de toelichting hierbij. Een toelating van het Federaal Voedselagentschap (FAVV) is niet vereist, en daarom zijn er ook geen sanitaire uitrustingsvoorwaarden van kracht.

Of je vleesvarkens of gezelschapsvarkens houdt, heeft enkele verschillen tot gevolg:

  • Bedrijfsregister: Bij gezelschapsvarkens moet dat niet bijgehouden worden, bij vleesvarkens wel. Daarin houd je chronologisch en per week (binnen de drie dagen na het einde van elke week) o.a. de aangevoerde, afgevoerde en gestorven varkens bij. Het moet alle gegevens/documenten bevatten voor een periode van minstens vijf jaar.
  • Verplaatsingsdocumenten: Bij gezelschapsvarkens zijn die niet nodig. Bij vleesvarkens moeten ze wel ingevuld worden, bij bijvoorbeeld het transport door een vervoerder naar het slachthuis. Ze worden chronologisch bij het bedrijfsregister bewaard.
  • Bedrijfsdierenarts: Bij vleesvarkens moet je een contract afsluiten met een bedrijfsdierenarts en een plaatsvervanger. Bij gezelschapsdieren moet dat niet, maar wil je het dier toch verhandelen, dan moet het voorafgaand onderzocht worden door een erkend dierenarts. Die moet een attest afleveren waarin staat dat het varken klinisch gezond is en er geen tekenen zijn van een besmetting met een aangifteplichtige ziekte. Het attest wordt vijf jaar bijgehouden.

In beide gevallen zijn er ook nog enkele vereisten:

  • Controleer de dieren dagelijks om onder meer te kijken of ze over voldoende water en voeder beschikken en of ze in een goede gezondheid verkeren. Varkens ouder dan twee weken moeten permanent beschikken over voldoende vers water.
  • Zorg bij varkens die buiten worden gehouden voor een beschutting om ze tegen ongunstige weersomstandigheden te beschermen.
  • Voeder geen keukenafval aan de varkens. Dit omdat het afval mogelijk besmet kan zijn met bepaalde ziektes, en de hobbyvarkens zo een gevaar kunnen betekenen voor de hele sector.

 

een-varken-rust-in-stro-800x450.jpg

 

Slachting (of natuurlijke dood)

  • Houd er rekening mee dat varkens niet lang schattige biggetjes blijven. Na zes maanden kan een varken al 70 tot 90 kg wegen. Als je het wil laten slachten, is het dan slachtrijp. Een varken van 70 kg levert ongeveer 50 kg vlees op, een varken van 90 kg ruim 60 kg. Tip: een varken wegen doe je niet op een weegschaal. Je meet de afstand van de oren tot de inplant van de staart en de omtrek van hun buik net achter hun schouders, en vult deze metingen in deze rekentool van Levende Have in.
  • Als je de varkens niét wil laten slachten, kunnen ze 10 tot 15 jaar oud worden. Sterft je varken een natuurlijke dood, dan moet het worden opgehaald door een erkend bedrijf.
  • Slachten doe je niet zelf – dat is verboden. Slachten moet gebeuren door iemand met verstand van zaken, zodat de varkens niet onnodig lijden. Je moet dus tijdig een goede slachter en beenhouder vinden waarmee je goede afspraken maakt.
  • Enkel jij en je gezin mogen het vlees van je vleesvarkens consumeren. Het vlees mag niet in de handel worden gebracht of aan derden worden doorgegeven. Je hebt de keuze om de varkens in een slachthuis of thuis te laten slachten, maar in beide gevallen moet je je in je gemeente éénmalig laten registreren.
  • Een slachting moet altijd officieel worden aangegeven, bij een thuisslachting minstens twee dagen op voorhand bij de gemeente (en dan is het slachtbewijs acht dagen geldig), en bij een slachting in het slachthuis op het moment van de aankomst van het dier. Het bewijs moet je bewaren tot het einde van het jaar volgend op de slachting.
  • Wanneer de slachting in het slachthuis plaatsvindt, moet het varken op het moment van afvoer naar het slachthuis worden geïdentificeerd met een slachtoormerk of met een klophamerstempel.
  • Bij een particuliere slachting in het slachthuis wordt het dier gekeurd, zowel voor als na de slachting. Bij een thuisslachting gebeurt dat niet.
  • Informeer je vooraf goed over wat je verplichtingen zijn. Dat kan bij het Varkensloket.

Praktisch: waar moet je rekening mee houden?

Varkens zijn dieren en moeten goed verzorgd worden. Net als bij elk ander huisdier geldt: bezint eer ge begint, want er kruipt best veel tijd en energie in het onderhouden van varkens. Een checklist:

Huisvesting

  • Varkens zijn sociale dieren. Ze hebben nood aan gezelschap van soortgenoten. Koop dus twee of drie varkens, nooit slechts één.
  • Voorzie voldoende ruimte voor de varkens om buiten te lopen (een richtlijn is 200 m²). En weet dat varkens wroeters zijn. Met hun snuit (‘wroetschijf’) kunnen ze in een mum van tijd een hele weide omploegen. Als je dat niet wil, voorzie je best de mogelijkheid om je varkens regelmatig te verplaatsen. Dat wroeten is trouwens ‘natuurlijk gedrag’: in de vrije natuur gaan varkens zo op zoek naar voedsel (gras, wortels, knollen, zaden,…).
  • Respecteer dat varkens groepsdieren zijn en dat er in de groep een rangorde heerst. In principe is het oudste dier de baas, maar als ze even oud zijn zullen ze vechten om hun plek in de groep. Bij wat grotere groepen kan dit er ook toe leiden dat een varken zich wat wil afzonderen. Ook om die reden is het van belang dat de varkens voldoende buitenruimte hebben.
  • Varkens houden ervan om ergens tegenaan te schuren, ze doen dit om hun huid te verzorgen. Installeer dus schuurpalen, en zorg ervoor dat alles (hok, afsluiting, voederbak,...) stevig genoeg in de grond zit. Tip: schrikdraad (geen prikkeldraad!) als omheinding is geen overbodige luxe, varkens laten zich immers niet tegenhouden door wat houten paaltjes in de grond.
  • Behalve een weide hebben ze een schuil/slaaphok nodig. Die plaats je best op de meest schaduwrijke plek. Het hok moet droog zijn en tochtvrij. Voorzie het van stro en ververs wekelijks (geen hooi want dat eten ze op). Voor de koudere nachten voorzie je best wat extra stro. Tip: laat de varkens eerst een nacht doorbrengen op de weide. Ze kiezen automatisch voor het beste plekje om te slapen. Op dat plekje bouw je hun slaaphok. Reken zo’n 5 m² per varken (2,5m x 2,5m) voor de grootte van het hok.
  • Om zich te beschermen tegen de hitte, zonnebrand en vervelende beestjes, nemen varkens tijdens de zomer graag een modderbad. Voorzie dus een modderpoel in je varkensweide. Omdat varkens weinig haar hebben om zich te beschermen tegen de zon, kunnen ze bij veel zon wat extra bescherming gebruiken. Zorg voor voldoende schaduwplekken én overweeg de aankoop van grote tubes zonnecrème :)(zonder te lachen: smeer hun oren in!).
  • Varkens zijn propere dieren die een vast plekje uitkiezen om zich te ontlasten, liefst enkele meters van hun slaaphok vandaan. Ruim dat plekje wekelijks op en bewaar de mest onder een zeil, zodat het sneller opdroogt.
     
de-snuit-of-woelschijf-van-het-varken-800x450.jpg
 

Eten en drinken

  • Varkens zijn net als mensen routinedieren die behalve een vast ontlastingsplekje ook vaste eettijdstippen hebben. Houd daar rekening mee en las twee voedermomenten in per dag: een keer ’s morgens en een keer ’s avonds. Wanneer de varkens groot zijn, is het zelfs beter ze drie keer per dag te voederen. Besef dat dit ook geldt tijdens het weekend, tijdens de vakantie en na een feestje.
  • Varkens moeten áltijd zuiver water ter beschikbaar hebben. Plaats dus voldoende grote, stevige drinkbakken die je bovendien gemakkelijk kan uitspoelen. Maak ze niet hoger dan 10 cm, zodat de varkens er gemakkelijk uit kunnen drinken. Tip: een kraantje met stromend water nabij de weide is handig.
  • Hetzelfde geldt voor de voederbakken: zorg dat ze stevig zijn, niet te hoog en gemakkelijk schoon te maken. Metaal of hout zijn geschikte materialen. Maak de bakken leeg voor je ze vult met vers voeder. Net als mensen eten varkens immers niet graag oude restjes – het oude eten zou blijven liggen en het boeltje zou al snel beginnen te stinken.
  • Om je een idee te geven van hoeveel varkens eten: in het begin geef je twee emmers per voedermoment (dus vier emmers per dag), maar naarmate de varkens groeien voer je dat aantal op met ongeveer een emmer per maand. Wat ze eten is eenvoudig: bijna alles :), al hebben ook varkens hun voorkeuren (bv. liever gekookte dan rauwe groenten). Zoals gezegd mag je nooit keukenafval geven, daar kunnen ze zwaar ziek van worden. Wel kan je oude koekjes geven, droog brood (niet te veel, ze worden er snel dik van), ‘afgewezen’ groenten en fruit (bv. omwille van hun vorm), hooi, onkruid, wei van een plaatselijke kaasboer, enzovoort.
 
mini-pigs-2185058_1920.jpg

Gezondheid

  • Varkens moeten zoals gezegd elke vier maanden gecontroleerd worden door een dierenarts.
  • Twee keer per jaar worden ze best ingeënt tegen vlekziekte, wormen, schurft en luis.
  • Of je varkens hoeven nodig hebben, bespreek je met je dierenarts. Het hangt af van het ras en de ondergrond waarop ze lopen.

 

Een varken kopen

  • Elk ras heeft zijn typische eigenschappen. Informeer je goed voor je een keuze maakt. Deze brochure van Levende Have kan helpen.
  • Neem contact op met het DGZ voor verkooppunten (varkenshouders) in je buurt. 
  • Als je een big koopt bij een varkensboer, heeft dat big al een oormerk. Vraag zeker ook het bijbehorende paspoort op. Dit heb je nodig voor eventueel vervoer naar het slachthuis.
  • Biggen jonger dan 40-42 dagen zijn te klein en te zwak om zelfstandig te leven. Controleer dus zeker of ze oud genoeg zijn.
  • Jonge biggen geef je in het begin meelpap te eten. Geleidelijk aan vul je dat aan met vaste voeding, zodat ze eraan kunnen wennen.
  • Geef de voorkeur aan zeugen (vrouwelijke varkens). Beren (mannelijke varkens) hebben scherpere tanden en worden nog vaak gecastreerd. Dit om agressief gedrag, zogenaamde berengeur maar ook ongewenste zwangerschappen in de groep te vermijden. 

 

Veel plichten, maar ook veel deugden

We hopen dat we je niet ontmoedigd hebben met dit artikel, want er is niets fijner dan een paar varkens te zien scharrelen in een weide. Als je goed voor ze zorgt, kan je er trouwens veel vriendschap van terugkrijgen. 70 kg vriendschap, welteverstaan :).

 

gelukkig-varken-in-de-weide-800x450.jpg

 

Bron: Het Spilvarken, DGZ, FAVV, Levende Have

Gerelateerde artikels