@livewireStyle
header.home link

Wat schaft de pot in 2030: microalgen

Algen kunnen gebruikt worden als ingrediënt in voeding, voeder en medicijnen, maar ook voor de productie van biobrandstof en afval-, water- en luchtzuivering.
3 februari 2014  – Laatste update 4 april 2020 16:21
Lees meer over:
Beeld: Nutress BV

 

Om de wereldwijde consumptie en productie van dierlijke eiwitten en hun bijbehorende ecologische voetafdruk in de toekomst binnen de perken te houden, wordt volop gezocht naar alternatieven. Flexitarisme is een term die in die context vaak valt, te weten het combineren van vlees en vis met vegetarische alternatieven. Nog steeds vlees dus, maar niet elke dag. Een praktijk die stilaan ingeburgerd geraakt bij de bewuste consument.

Maar in de zoektocht naar antwoorden op de toekomstige voedseluitdagingen, wordt nog met andere, meer mysterieuze concepten gegoocheld. Krijgen we binnenkort vissen uit aquacultuur, proefbuishamburgers, algen, insecten en nog zottere dingen op ons bord? In de reeks ‘Wat schaft de pot in 2030?’ bespreken we telkens zo’n nieuw voedselproduct. Deze week: microalgen.


Veelzijdig (eencellig) beestje

Algen kunnen gebruikt worden als ingrediënt in voeding, voeder en medicijnen, maar ook voor de productie van biobrandstof en afval-, water- en luchtzuivering. Dit zonder zelf land in te nemen, zoet water nodig te hebben of fossiele brandstoffen te verbruiken. Het enige wat algen nodig hebben om te groeien is CO2, zonlicht en ‘brak’ of zout water. Dit schept mogelijkheden voor regio’s die kampen met een gebrek aan schoon water en geteisterd worden door droogte. Groeien doen algen bovendien erg snel – veel sneller dan landplanten. En terwijl ze groeien, halen ze niet alleen CO2 uit de lucht maar kunnen ze ook zware metalen, stikstof en fosfor uit water verwijderen.

De (gekende) toepassingen van micro-algen zijn dus erg veelzijdig. Grotendeels situeren ze zich in deze sectoren:

  • voeding 
  • veevoeder 
  • cosmetica
  • geneesmiddelen
  • meststof
  • materialen (kunststof, hars, olie)
  • waterzuivering
  • biobrandstof

 

Algen in voeding en voeder

Microalgen worden al enige tijd gebruikt in voeding, niet alleen in de Oosterse maar ook in onze eigen keuken. Zo worden algen gebruikt voor de productie van ingrediënten als geleer- en verdikkingsmiddelen, agar-agar en carrageen. Ze vormen een bron van gezonde omega 3-vetzuren, antioxidanten, natuurlijke kleurstoffen, bijna alle essentiële vitaminen, mineralen en eiwitten. Dit maakt hen erg geschikt voor gebruik in zowel natuurlijke als functionele voeding (bv aangereikt met omega 3-vetzuren) en als additief in veevoeder.

  • Omega 3-verzuren (en dan vooral die types (‘lange keten’) die in visolie en microalgen aanwezig zijn) verminderen het risico op allerlei ziekten, zoals hart- en vaatziekten, dementie en depressie, en bevorderen de ontwikkeling van de hersenen en het gezichtsvermogen bij kinderen. Via ons dagelijks voedingspatroon krijgen we echter onvoldoende omega 3-vetzuren binnen (minder dan de aanbevolen 250 mg/dag), waardoor voedingsmiddelen aangereikt met deze vetzuren interessant worden. Uit een onderzoek van Flanders’ Food en Kulak (OMEGA-EI en OMEGA-OIL) blijkt dat algen daarin een belangrijke rol kunnen spelen, gezien ze als alternatief kunnen dienen voor visolie. Visolie heeft immers een aantal nadelen, te weten het risico op smaakafwijkingen, overbevissing en vervuiling door dioxine en PCB’s. Bovendien blijkt olie uit microalgen rijker aan antioxidanten dan visolie. 
  • Ook kleurstoffen en antioxidanten uit algen beschermen tegen allerlei ziekten en hebben een aantal voordelen ten opzichte van hun kunstmatige varianten. Natuurlijke antioxidanten uit algen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden als alternatief voor synthetische antioxidanten om de houdbaarheid van (vooral vetrijke) producten te verlengen. In dat opzicht kunnen microalgen dus ook de kwaliteit van voedingsmiddelen verbeteren.
  • Het eiwitgehalte in algen ten slotte maakt hen tot potentieel alternatieve eiwitbron voor het alomtegenwoordige soja in de veevoederindustrie, waaraan minder positieve associaties zoals ontbossing en veel voedselkilometers kleven. De nutritionele kwaliteit van algeneiwitten leunt immers nauw aan bij die van soja-eiwitten. Ook voor vegetariërs of flexitariërs bieden microalgen als voedingsadditief of als ingrediënt in dat opzicht interessante perspectieven.

 

De voordelen van microalgen op een rijtje:

  • ze groeien sneller dan landplanten en leveren bijgevolg veel biomassa voor energieproductie. De potentiële opbrengst per hectare is bijvoorbeeld 10 keer groter dan die van energiegewassen zoals koolzaad of palmolie.
  • ze nemen geen vruchtbaar land in en vormen dus geen bedreiging voor de voedselproductie
  • ze verbruiken geen schoon water, maar kunnen groeien in zeewater, brak water en water met bijvoorbeeld te veel nutriënten
  • ze hebben veel zonlicht nodig en kunnen gekweekt worden in gebieden die geteisterd worden door droogte
  • ze verbruiken geen fossiele brandstoffen
  • ze kunnen ingezet worden voor waterzuivering (verwijderen van zware metalen, stikstof en fosfor)
  • ze zetten CO2 om in zuurstof en produceren zo ongeveer de helft van de zuurstof in de atmosfeer
  • ze bevatten omega 3-vetzuren, antioxidanten en natuurlijke kleurstoffen, waarvoor bovendien verschillende gezondheidsbevorderende claims gelden
  • ze bevatten eiwitten vergelijkbaar aan soja-eiwitten, waardoor ze een potentieel alternatieve eiwitbron vormen voor de veevoederindustrie
  • de productie is weeronafhankelijk
  • ze kunnen in onze voeding verwerkt worden zonder dat we het zien of proeven, waardoor vooroordelen minder een rol spelen dan bij bijvoorbeeld insecten (lees het insecten-artikel in ‘Wat schaft de pot in 2030?’)
  • Vlaanderen beschikt over een goed klimaat voor de kweek van bepaalde algen, kent een grote uitstoot van CO2 en heeft voldoende water met de nodige nutriënten ter beschikking. Bovendien vormen de industrie en veehouderij in Vlaanderen een ideale afzetmarkt, en beschikt Vlaanderen over de nodige knowhow op het vlak van biotechnologie en bioraffinage.

 

De nadelen van microalgen op een rijtje:

  • de kostprijs: het is (nog) een uitdaging om algen kosten-efficiënt te produceren op grote schaal. Momenteel bedraagt de kostprijs nog ongeveer een tienvoud van die van soja. Microalgen kunnen bijvoorbeeld in een open of een gesloten systeem gekweekt worden. Een open systeem is goedkoper, maar het risico op contaminatie is groter, het lichtgebruik is inefficiënt en de geproduceerde biomassa bijgevolg relatief laag. Een gesloten systeem is in die opzichten interessanter (geen contaminatie, efficiënter lichtgebruik en hogere productiviteit), maar het is ook veel duurder en in de praktijk nog maar weinig getest op grote schaal.
  • over het volledige potentieel van algen is nog maar weinig bekend, evenals over de beste manier om ze te oogsten en verwerken. Zo kan er olie uit algen gewonnen worden, maar alleen op zo’n manier dat de rest van de biomassa niet meer bruikbaar is. Er moet dus nog gezocht worden naar betere technieken en behandelingen.
  • er zijn nog wat obstakels op het vlak van wetgeving en voedselveiligheid (‘Novel Food’)
  • er heerst nog wat terughoudendheid bij de levensmiddelenindustrie. Producenten moeten hun processen en producten aanpassen en dat vraagt grote investeringen.

 

Morgen iedereen aan de algen?

Microalgen hebben zeker veel potentieel als future food en als hernieuwbare grondstof (ook voor energieproductie, chemicaliën, enz), maar wetenschappers weten nog maar half wat die mogelijkheden zijn en de industrie weet nog niet hoe ze die mogelijkheden het best (lees: op een kosten-efficiënte manier) benut. Er moet dus nog veel geïnvesteerd worden in onderzoek en praktijkproeven, voor er massaal algen op ons bord belanden. In dat opzicht is het fijn te weten dat onder meer onze eigen onderzoeksinstellingen (bv VITO, KHK/Thomas More, Inagro, Flanders’ Food, Kulak), evenals die van andere landen (bv Wageningen Universiteit), ruimtevaartorganisatie NASA en petroleumgiganten Exxon en Shell de laatste jaren geld uittrokken voor dergelijk onderzoek.

 

Meer info/bronnenFlanders’ Food, Vlaams Algenplatform, VILT, studie Vlaamse overheid

Gerelateerde artikels