@livewireStyle
header.home link

Stevia, zoete wonderplant?

Sinds zoetstof uit Stevia eind 2011 werd toegelaten op de Europese markt, heeft de plant al heel wat stof doen opwaaien. Hij zou een oplossing vormen voor welvaartsproblemen als obesitas en in hoge concentraties zelfs kankerwerend werken. Maar wat weten we nu eigenlijk over die ‘zoete wonderplant’?
6 mei 2013  – Laatste update 4 april 2020 16:21

Sinds zoetstof uit Stevia eind 2011 werd toegelaten op de Europese markt, heeft de plant al heel wat stof doen opwaaien. Hij zou een oplossing vormen voor welvaartsproblemen als obesitas en in hoge concentraties zelfs kankerwerend werken. Maar wat weten we eigenlijk over die ‘zoete wonderplant’? 

 

Oorsprong

De plant Stevia Rebaudiana Bertoni, ook wel honingkruid genoemd, is geen nieuwe ontdekking. Hij wordt al eeuwen gebruikt door indianenstammen uit het grensgebied van Paraguay en Brazilië, die er onder meer kruidenthee mee zoeten. In de 16de eeuw kwam het Westen voor het eerst in aanraking met Stevia, toen Spaanse ontdekkingsreizigers de plant in eigen land introduceerden. Pas aan het eind van de 19de eeuw echter ontstond er interesse, dankzij onderzoek van de Italiaan Bertoni. In 1931 laaide die belangstelling opnieuw op, toen wetenschappers erin slaagden een zoet, kristalachtig en eetbaar poeder uit de bladeren te extraheren. Het zoete extract, dat de verzamelnaam steviolglycosiden kreeg, vond meteen bijval in Japan, waar sinds 1970 erg strenge regels voor synthetische zoetstoffen golden. Niet veel later werd de zoetstof ook toegelaten in landen als China, Rusland, Australië en de Verenigde Staten.

 

In Europa?

Eind vorig jaar volgde Europa uiteindelijk ook, met een goedkeuring van beperkte doses extract als additief in een aantal voedingsproducten. De aanvaardbare dagelijkse inname werd vastgepind op 4 milligram steviolequivalenten per kilogram lichaamsgewicht, wat meteen een aantal producten van toevoeging uitsloot. Zo mag steviolglycoside niet worden gebruikt in bakkerswaren en biscuiterieproducten. Producten waar het Stevia-extract wel mag worden toegevoegd, zijn onder meer consumptie-ijs, chocolade, kauwgom, dieetvoeding en frisdrank.

In tegenstelling tot het extract, mogen de plant en de losse Steviablaadjes in Europa nog steeds niet verwerkt of als levensmiddel verkocht worden. Zij vallen onder de ‘novel food’ wetgeving, welke meer uitgebreid en complex is dan de additievenwetgeving. Het zal waarschijnlijk nog een hele tijd duren voor Europa ook voor hen het licht op groen zet. Desondanks wordt de plant al in verschillende tuincentra en supermarkten verkocht, maar dan aangeduid als kamerplant.

 

In Vlaanderen?

De Steviaplant voelt zich voornamelijk thuis in tropisch en subtropisch gebied. Vandaag wordt hij dan ook voornamelijk geteeld in Azië (90% in China) en Centraal- en Zuid-Amerika. Of de plant ook in Vlaanderen op een rendabele manier kan worden verbouwd, wordt momenteel onderzocht. Zeker is dat hij veel warmte, licht en water nodig heeft, wat de teelt in onze regio erg energie-intensief maakt.

 

stevia2_detail_inagro-tris.jpg

 
Beeld: veldproef in Vlaanderen door Inagro

 

Wonderplant?

Steviolglycosiden hebben verschillende voordelen. De zoetstoffen zijn 200 tot 300 keer zoeter dan suiker, maar voegen nauwelijks calorieën toe omdat ze niet opgenomen worden door het lichaam. Daarenboven zijn ze niet synthetisch zoals aspartaam, cyclamaten en saccharine, maar hebben ze een natuurlijke oorsprong. (Noot: Het extract zelf mag niet worden aangeduid als ‘natuurlijk’, omdat de extractie van de zoetstoffen uit de bladeren een chemisch proces vereist.) In tegenstelling tot het aarzelende Europa, zijn wetenschappers er bovendien van overtuigd dat Stevia gezond is. In hoge concentraties zou het zelfs een farmacologische werking hebben: het verlaagt de bloeddruk van mensen met hypertensie, verlaagt de bloedsuikerspiegel en verhoogt de insulinegevoeligheid van mensen met diabetes type 2, voorkomt aderverkalking en vertraagt de groei van een aantal tumoren. Dit alles zonder aantoonbare neveneffecten. Ten slotte is Stevia, in tegenstelling tot suiker, niet verslavend of slecht voor de tanden, en heeft het een aantal kenmerken die het erg geschikt maken als additief in levensmiddelen. Zo lost het goed op in water en alcohol en worden geen kankerverwekkende, bruine gifstoffen aangemaakt bij verhitting, wat wel het geval is bij suiker (karamelisatie).

 

Nadelen?

Het plantje heeft dus zeker een mooi CV, maar kan niet zomaar als vervangmiddel voor suiker in alle producten worden gebruikt. Om te beginnen is het duurder dan suiker, en heeft het een ander smaakprofiel. Steviolglycoside heeft een wat bittere, zoethoutachtige bijsmaak, die langer in de mond blijft hangen en daardoor minder verfrissend werkt. In sommige producten valt dit smaakverschil niet op, omdat de bijsmaken door interactie met bepaalde ingrediënten gemaskeerd worden, maar in andere producten wel. Ook de zoetkracht van het extract is afhankelijk van de ingrediënten waaraan het wordt toegevoegd, evenals van de concentratie, de temperatuur en het type steviolglycoside. Het ene type extract zal bijvoorbeeld beter smaken in een warme wateroplossing, terwijl een ander type de voorkeur krijgt in een koude vetoplossing. Voedselproducenten moeten met al die factoren rekening houden. Verder kan Stevia alleen de zoetheid van suiker vervangen, en moeten extra ingrediënten of additieven toegevoegd worden om de andere eigenschappen van suiker op te vangen. Zo bepaalt suiker mee de textuur, het volume en de houdbaarheid van levensmiddelen. In sommige producten zijn deze kenmerken niet belangrijk, en is er geen probleem. Maar in andere producten zijn ze wel belangrijk, en moet de fabrikant een oplossing bedenken. Kortom, elk receptuur en elke productsamenstelling moet opnieuw bekeken worden, om met Stevia als suikervervanger het gewenste eindresultaat te behalen.

 

stevia3_detail-tris.jpg

 
Beeld: veldproef in Vlaanderen door Inagro

 

Kort

Plant: Stevia Rebaudiana Bertoni
Oorsprong: Zuid-Amerika
Natuurlijk habitat: tropisch of subtropisch gebied
Zoetstof: steviolglycosiden (verzamelnaam), E960
Smaak: zoet met licht bittere, zoethoutachtige bijsmaak
Bijzonder kenmerk: caloriearm 

 

Bron: studiedag Inagro, met onder andere Flanders Food

Gerelateerde artikels