Paaslammetjes: 8 leuke weetjes

Beeld: Drew Rawcliffe - shutterstock.com

Dartelende lammetjes op de weide, dat hoort bij de lente en bij Pasen. Acht leuke weetjes:

• Maart is lammetjesmaand, exact vijf maanden nadat de schapenhouder het moederschaap (de ooi) samen in een stal heeft gezet met het vaderschaap (de ram)…

• Tijdens die lammetjesmaand is het alle hens aan dek in de schapenstal. Soms slapen schapenhouders zelfs bij hun schapen, zodat ze zeker op tijd zijn wanneer ze moeten ingrijpen bij de bevalling.

• Na twee tot drie dagen in de kraamstal bij hun moeder mogen de lammetjes al naar buiten op de weide. Voor veel mensen is dit een teken dat de lente voor de deur staat.

• Al na ongeveer twee dagen zijn ooilammetjes al van ramlammetjes te onderscheiden. Rammetjes zijn veel steviger en dikker.

• Een ooi krijgt 1,2,3 of zeer uitzonderlijk 4 lammetjes. Een ooi heeft echter maar twee spenen, die niet genoeg melk produceren om vier lammetjes groot te brengen. Als een ooi dus vier lammetjes krijgt, neemt de schapenhouder één lammetje weg bij de moeder om het zelf te voeden uit een emmer met spenen. Deze lammetjes worden ‘leblammetjes’ genoemd.

• Moeder-ooien en hun lammetjes herkennen elkaar aan hun geur en gemekker.

• Lammetjes worden vaak al tijdens hun eerste jaar in oktober of november gedekt en krijgen daardoor wanneer ze exact één jaar oud zijn zelf hun eerste lammetjes.

• Wanneer je lamsvlees koopt, koop je vlees van lammetjes die minder dan één jaar oud zijn.