@livewireStyle
header.home link

Internationale vrouwendag: leve het vrouwtjesdier (weetjes)

’t Is vandaag Internationale Vrouwendag. Een dag om alle vrouwen op een voetstuk te zetten – ook vrouwtjesdieren. Enkele weetjes over de hen, de merrie, de koe en de zeug.
7 maart 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 16:22
Lees meer over:
Beeld: flickr - Alicia J. Rose

 

’t Is vandaag Internationale Vrouwendag. Een dag om alle vrouwen op een voetstuk te zetten – ook vrouwtjesdieren. Enkele weetjes over de hen, de merrie, de koe en de zeug.
 


De hen

  • Een vrouwtjeskip wordt een hen genoemd. In de volksmond wordt met kip vaak naar een hen verwezen, maar een kip kan zowel een hen als een haan zijn.
     
  • Een hen kan al eitjes leggen zodra ze 4 tot 5 maanden oud is. De eerste keer dat ze dat doet, worden haar kam en lellen wat roder van kleur. Het eerste legseizoen legt de hen de meeste eieren, maar die eieren zijn wel lichter en kleiner dan de eieren die ze legt in de volgende seizoenen. Na 4 legseizoenen neemt haar eierproductie af.
     
  • Het aantal eieren dat een hen in haar leven produceert, ligt al bij haar geboorte vast: ze legt zoveel eieren als ze op dat moment eicellen heeft in haar eierstok (ze heeft maar één eierstok). Het tempo waaraan ze die eieren legt, is afhankelijk van het aantal uren licht per dag (net als van het ras, haar gezondheid en voeding). In de winter zijn de dagen korter, waardoor haar eierproductie vertraagt - tenzij een leghennenhouder met behulp van kunstmatig licht de dagen verlengt. Ongeacht dit alles legt een hen normaal elke 25 uur een ei.
     
  • Sommige hennen worden broeds, wat wil zeggen dat ze de eieren die ze gelegd hebben uit willen broeden. Dit broeden duurt gemiddeld 21 dagen - 21 dagen waarop de hen weinig eet en drinkt, geen eieren legt en nauwelijks haar nest verlaat. Ze houdt de eieren op een constante temperatuur van +- 38°C en keert ze regelmatig om.

 

hen-bis.jpg

Beeld: unsplash

 

 

De merrie

  • Een vrouwtjespaard wordt een merrie genoemd. Vanaf 2 jaar kan ze veulens krijgen. Ze wordt dan bronstig of hengstig in het voorjaar of de zomer, gedurende een tot twee weken. In die periode probeert zij zelf de hengst te verleiden. Als ze klaar is om bevrucht te worden, slaat ze haar staart opzij. Anders trapt ze de hengst fors van zich af.
     
  • De dracht van een merrie duurt 11 maanden en het zogen van het veulen ongeveer een jaar. Tijdens dat zogen kan een merrie echter terug drachtig worden – dit in tegenstelling tot de mens en vele andere zoogdieren.
     
  • Bevallen wordt bij een merrie veulenen genoemd. Omdat de meeste merries in het voorjaar gedekt worden, worden hun veulens ook in het voorjaar geboren (april, mei). Op dat moment is het niet te koud voor het pasgeboren veulen én kan de merrie vers gras eten in de wei, wat haar melkproductie stimuleert.
     
  • De eerste melk die een merrie produceert na de geboorte, wordt biest genoemd. Biest bevat net als de eerste moedermelk van een vrouw (colostrum) veel antistoffen die het veulen moeten beschermen tegen ziektekiemen uit de omgeving. In tegenstelling tot een baby krijgt een veulen tijdens de dracht echter geen afweerstoffen, waardoor biest voor een veulen nog belangrijker is dan colostrum voor een baby – zeg maar levensbelangrijk.
     
  • Bij paarden die in kuddes leven geldt een strenge hiërarchie. Oudere merries die al veulens hebben gekregen, genieten daar een zeker aanzien.

 

paard-bis.jpg

Beeld: unsplash

 

 

De koe

  • Zowel een vrouwtjesrund als een vrouwtjesdolfijn, -neushoorn, -olifant, -walvis en -hert wordt een koe genoemd. Hieronder hebben we het over een vrouwtjesrund.
     
  • Een koe die voor het eerst een kalf heeft gekregen (ze heeft gekalfd), wordt een vaars genoemd. Vaarzen zijn meestal ongeveer 2 jaar oud - vanaf ongeveer 15 maanden is een koe immers vruchtbaar en de dracht duurt gemiddeld 281 dagen (+- 9 maanden).
     
  • Drie weken na de kalving kan een koe alweer bevrucht worden. Elke drie weken is ze tochtig. Ook een koe kan opnieuw drachtig worden wanneer ze nog gemolken wordt. Een melkveehouder probeert zijn koeien dan ook elk jaar te laten kalven – zo kan hij de melkproductie bijna een jaar rond op gang houden.
     
  • Een koe geeft gemiddeld 20 liter melk per dag (verspreid over twee melkmomenten) en wordt zo’n 315 dagen per jaar gemolken. Begin de 20ste eeuw gaf een koe nog beduidend minder melk. Deze productiestijging is het resultaat van selectief fokken en de introductie van krachtvoer als bijvoeder.
     
  • Een koe heeft 50 procent kans op een stierkalf en 50 procent kans op een vaarskalf (zo noemt men een vrouwelijk kalf). In de veehouderij wordt echter vaak gesekst sperma gebruikt (geïnsemineerd), waardoor de kans op een vaarskalf stijgt tot ongeveer 90 procent.
     
  • De moedermelk die de kalfjes de eerste drie dagen te drinken krijgen, wordt ook bij een koe biest genoemd. Ze bevat eveneens veel antistoffen en eiwitten, die het kwetsbare kalf moeten beschermen. In realiteit wordt dit vaak door de melkveehouder gegeven met behulp van een emmer met nepspeen. Koe en kalf worden immers bijna onmiddellijk van elkaar gescheiden (gespeend), om de verspreiding van ziektes tegen te gaan. In de natuur vindt die scheiding pas op 6 tot 11 maanden plaats: het moment waarop de melkproductie van de koe stopt. Die melkproductie piekt 6 tot 8 weken na de kalving en neemt daarna geleidelijk aan af.
     
  • Een koe kan tot 20 jaar oud worden. In de veehouderij wordt ze echter maar 5 tot 6 jaar oud, afhankelijk van haar melkproductie. Zodra die afneemt of wanneer de koe minder vruchtbaar wordt, gaat ze richting slachthuis.

 

koe-hoorn-bis.jpg

Beeld: unsplash

 

 

De zeug

  • Een vrouwtjesvarken wordt een zeug genoemd, een jong varken een big en een vrouwtjesvarken dat voor het eerst drachtig is, een gelt. Een big dat niet meer drinkt bij haar moeder, wordt een gespeende big genoemd. Op een gangbaar varkensbedrijf vindt dat spenen (scheiden van de moeder) plaats 3 tot 4 weken na de geboorte, op een biologisch varkensbedrijf 6 weken na de geboorte.
     
  • Een zeug draagt ongeveer 3 maanden, 3 weken en 3 dagen. Daarna werpt ze een nest van gemiddeld 13 biggen. Nochtans heeft ze maar 12 tepels of spenen. De sterkste biggen liggen vaak aan de voorste spenen, die het meeste melk geven.
     
  • Vanaf 6 maanden kan een vrouwtjesvarken bronstig worden. Om die bronst te stimuleren, wordt ze op een varkensbedrijf regelmatig in contact gebracht met een zoekbeer – een mannetjesvarken dat hiervoor speciaal geselecteerd werd (meer info daarover vind je in het artikel ‘Wat is dit?: een zoekbeer’).
     
  • Een vrouwtjesvarken verhuist op een zeugenbedrijf regelmatig van stal: van de kraamstal waar ze geboren wordt naar de (gespeende) biggenstal wanneer ze net gescheiden is van haar moeder, naar de bronst- of dekstal om voor het eerst drachtig te worden, naar de drachtstal of dragende zeugenstal wanneer ze effectief drachtig is (gedurende 3 maanden), naar de kraamstal om zelf te werpen (ongeveer een week voor de uitgerekende datum tot 3 à 4 weken na de worp), terug naar de bronst- of dekstal om opnieuw drachtig te worden, enzovoort. En tussendoor soms nog in quarantaine of een tussenstal om tot rust te komen.  
 

varken-met-biggen-bis.jpg

Beeld: unsplash
 
 

Gerelateerde artikels