@livewireStyle
header.home link

Een dag in het spoor van: de spruitenoogst

Veldverkenners werd uitgenodigd op het spruitenveld van een West-Vlaamse familie in Noord-Frankrijk, om er de oogst van dichtbij mee te maken.
16 januari 2014  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 16:21
Lees meer over:

Begin december werden we uitgenodigd op het spruitenveld van een West-Vlaamse familie in Noord-Frankrijk. Om er de oogst van dichtbij mee te maken. Dus staken we de grens over, op een koude vrijdagochtend, en troffen er een oogstmachine in werking aan. Begin deze maand volgde een uitnodiging voor een bezoek aan een veiling en een diepvriesbedrijf, om ook de afzet en verwerking van spruitkool in beeld te brengen. Opnieuw gingen we daarop in. Met dit verhaal als resultaat:

 

Het veldwerk

sfeerbeeld-veld.jpg

 

Het bezoek aan het spruitenveld van de familie Haghedooren-Lemahieu bracht ons zoals gezegd tot in Noord-Frankrijk. Dat is niet zo uitzonderlijk als het klinkt: veel tuinders uit de Westhoek pachten percelen net over de grens. Voor hen zijn die percelen soms dichter bij de boerderij dan percelen in eigen land, en de bodem en prijzen zijn er ongeveer hetzelfde. Sommige West-Vlaamse tuinders ruilen zelfs tijdelijk percelen met Franse akkerbouwers of veetelers, zodat ze beide aan teeltrotatie (groenteteelt-akkerbouw) kunnen doen.

 

detail-plant.jpg

 

Spruiten kunnen gezaaid of geplant worden. Zaaien gebeurt tussen half februari en begin maart, planten tussen 25 april en 15 mei. De spruiten die wij zien oogsten werden geplant. Dat gebeurt op een tegelijkertijd manuele en machinale manier: een tractor met stoeltjes rijdt langzaam over het veld, terwijl mensen op de stoeltjes de planten één voor één in de daarvoor gecreëerde rijen op het veld neerzetten.

Per hectare levert dit zo’n 38.000 tot 40.000 planten op, die van eind juni tot half oktober regelmatig gecontroleerd en behandeld worden op/tegen onkruid en plagen. Onkruid wordt bestreden door een combinatie van schoffelen en spuiten, omdat schoffelen alleen volgens de telers een te groot risico inhoudt. Voor de plaagbestrijding doet de familie dan weer beroep op een waarnemings- en waarschuwingssysteem, aangevuld met het advies van een teeltbegeleider.

Verder wordt de conditie van de bodem doorheen het jaar goed opgevolgd en indien nodig bijgestuurd, door het uitspreiden van mest en/of kalk. Van eind augustus tot half september wordt er ten slotte (indien nodig) getopt. Toppen is het verwijderen van de groeipunten van de planten, en wordt gedaan om de spruiten sneller dik en dus oogstrijp te krijgen. Soms is dit noodzakelijk om een perceel te ‘vervroegen’, maar soms ook omdat de planten te snel groeien. Spruiten groeien in de oksels van de spruitkoolplant, die wel een goede meter lang kan worden. Als zo’n plant te snel groeit, krijgen de spruiten in de oksels te weinig voedsel, en blijven ze (te) klein.

 

machine-detail.jpg

 

Zoals gezegd wordt er in principe nog maar weinig geoogst na kerstmis. Dit omdat spruiten slechts temperaturen tot -10°C verdragen, en ze dus geplukt moeten zijn voor de winterprik. Starten met oogsten doen de telers rond 25 oktober. Net als tijdens het plantseizoen wordt in die periode beroep gedaan op seizoensarbeiders. Want ook het oogsten gebeurt op een manuele-machinale manier: met behulp van een rupsmachine die langzaam over het veld rijdt en waarop mensen zitten die een aantal handelingen uitvoeren. Eerst wordt de stengel van een plant afgesneden met behulp van een grote schaar onderin de machine, die de arbeiders bedienen met hun voet. Vervolgens steken de arbeiders de afgesneden stengel in één van de snijkoppen van de machine, die de spruiten er al draaiend afsnijdt. De machine kan zo ongeveer 1 hectare oogsten per dag.

 

afval-veld.jpg

 

Eerst worden de fijne spruiten (-35 cm diameter) geoogst, die bestemd zijn voor de diepvriesindustrie en het grootste deel van het Belgische spruitenareaal innemen (-+ 75%). Daarna de grotere spruiten (+35 cm diameter), die bestemd zijn voor de versmarkt (veiling). Spruiten groter dan 40 cm diameter worden niet geoogst, zij blijven achter op het veld als organisch materiaal, net als de wortels, stengels en bladeren.

 

spruitenbedrijf.jpg

 

Van de oogstmachine gaat het op een kipwagen en via de kipwagen naar de boerderij, waar de spruiten rechtstreeks op een transportband richting was- en sorteermachine worden geladen. Omdat veilingen en diepvriesfabrieken verwachten dat spruiten gewassen en voorgesorteerd geleverd worden, is zo’n machine eigenlijk een vereiste voor een spruitenteler. Dit maakt de teelt vrij kapitaalintensief, wat op zijn beurt vraagt om specialisatie. Spruiten worden daarom nauwelijks nog als bijteelt verbouwd. 

 

bulk-en-klein.jpg

 

Als de spruiten gewassen en gesorteerd zijn, worden ze ofwel in bulk in grote bakken verzameld voor de diepvriesfabriek, ofwel in kleinere kistjes (5 tot 15 kg) voor de veiling. 

Omdat we de kans kregen zowel een veiling als een diepvriesfabriek te bezoeken, brengen we beide afzetkanalen in beeld.


Naar de veiling

veiling-sfeer.jpg

 

De grotere maten zijn zoals gezegd bestemd voor de versmarkt en worden - tenzij ze via de korte keten door de boer rechtstreeks aan de consument verkocht worden - verhandeld door een veiling. In dit geval is dat de REO Veiling in Roeselare, wereldvermaard om zijn prei en in eigen land vooral bekend als de veiling van de vollegrondgroenten. Spruiten zijn er een vertrouwd product. De laatste jaren schommelt het volume spruiten er rond de 2 miljoen kilogram, oftewel 70 procent van de aanvoer op alle VBT-veilingen (het verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties). Het is dus de grootste in België wat spruiten betreft.

We zijn op bezoek in de veiling op donderdag. Een vrij rustige dag, zoals je ziet op de foto’s. In de 6 hectare tellende neerzetloods en de 120 laadkaden is nauwelijks iets of iemand te zien. Dat komt omdat er donderdag (en dinsdag) geen klokverkoop is. Op maandag, woensdag en vrijdag, wanneer de klok wél in werking wordt gezet, is het standaard een pak drukker.

 

computer.jpg

 

Toch worden ook deze ochtend groenten aangevoerd, bijvoorbeeld rode en witte kolen uit Vinke. Nog voor een teler zijn groenten mag binnenrijden in de veiling, moet hij inloggen op de aanvoercomputer. Die controleert of de bedrijfscertificaten en de voedselveiligheidsanalyses van de teler in orde zijn. Als de teler groen licht krijgt, moet hij vervolgens ingeven waaruit zijn levering bestaat: welke producten, welke kwaliteit en welke sorteringen/verpakkingen. Die gegevens worden gedrukt op een bon, waarmee de teler de veiling binnen mag rijden.

 

keur.jpg

 

Van de aanvoercomputer gaat het meteen naar de keurtafel, waar dit keer niet de teler maar de producten gecontroleerd worden. Eigenlijk controleert de keurmeester, steekproefsgewijs, of de autocontrole van de teler goed gewerkt heeft. Ook wordt gecontroleerd of de kistkaarten op de verpakking voldoen aan de eisen in verband met traceerbaarheid, en in geval van bestelling of de inhoud van de levering overeenkomt met de eisen van de klant.

 

code.jpg

 

Voor elke pallet wordt vervolgens een palletkaart afgedrukt, waarop alle informatie (kwaliteit, aantal kisten, aantal sorteringen enzovoort) en een streepjescode te vinden is. Die streepjescode is uniek voor elk pallet en essentieel voor de logistiek binnen de veiling: ze vertelt de heftruckchauffeurs in welke koelcel (nummer + rij + diepte + plaats frigo) de pallet geplaatst moet worden, en aan welke laadkade ze de volgende morgen na verkoop opgesteld moet worden. De code blijft bovendien vanaf dat moment aan de pallet en zijn inhoud gelinkt. Hierdoor kan het ook in de latere schakels van de keten, bijvoorbeeld in de supermarkt, gebruikt worden om de pallet te traceren.

Behalve een palletkaart zie je op de foto rechts ook kistkaarten. Die bevatten onder meer leverdatum en producentennummer. Zoals gezegd controleert de keurmeester of die informatie klopt.

 

scherm.jpg

 

Terwijl de keurmeester zijn ding doet, wordt de teler via grote schermen boven de keurtafel geïnformeerd over eventuele openstaande bestellingen (foto links). Op die manier probeert de veiling de telers op de hoogte te houden van de trends en vragen in de markt. Kopers en telers komen immers steeds minder met elkaar in contact, door het gemak en het succes van de thuisverkoop.

Wanneer de keurmeester zijn zegen heeft gegeven, mag de teler met zijn vracht verder de veiling inrijden. Naar links of naar rechts, al naargelang het product (foto rechts).

 

heftruck.jpg

 

Heftruckchauffeurs nemen het daarna van hen over. Op basis van de informatie in de streepjescode op de palletkaart wordt alles op de juiste plaats in de koelcellen geplaatst. Daar blijven de producten maximaal één dag en/of nacht staan: van levering tussen 10:30 en 18:00 tot de verkoop de volgende morgen.

 

veilingzaal.jpg

 

Het centrum van die verkoop is de veilingzaal, waar 6 klokken opgesteld staan (digitaal, te projecteren op de witte schermen). Traditioneel komen de klanten – dat zijn supermarkten, handelaars, exporteurs, zelfstandige winkeluitbaters, enzovoort – op marktdagen naar die veilingzaal om fysiek op de klok af te drukken, al wordt meer en meer van het systeem van thuisverkoop gebruik gemaakt. Daarbij kunnen klanten vanop hun bureau elders in het land of zelfs in het buitenland op het kloksysteem inloggen.

De verkoop verloopt ofwel in blok ofwel via bemiddeling (individuele verkoop). In het eerste geval bieden de klanten op kwaliteitsblokken, nooit op de producten van een specifieke teler. Sommige producten, zoals tomaten, worden in blok op verschillende veilingen tegelijkertijd aangeboden (simultaanverkoop). De klanten kunnen zo producten kopen die op een andere veiling in de koelcel staan. Soms is het fysieke product zelfs nog in geen enkele veiling aanwezig (voorverkoop). Dan wordt een blok verkocht dat nog niet geoogst is, op basis van de verwachte oogst (volume en kwaliteit) die de telers doorgeven. Voordeel daarvan voor de kopers is dat de producten dagvers geleverd worden (vandaag gekocht, (over)morgen geoogst en geleverd), en in de verpakking die de koper wenst. 

Bij bemiddeling wordt specifiek van één producent gekocht. Dit komt vooral voor in het geval de teler een speciale sortering of een speciaal merk aanbiedt.

 

Naar de diepvriesfabriek

arta.jpg

 

Terwijl de grotere spruitjes naar de veiling gaan, worden de fijnere maten aan een diepvriesfabriek zoals d’Arta in Ardooie geleverd. d’Arta is in België de grootste voor wat betreft spruiten, maar focust vooral op export. De verkoop in eigen land, onder het huismerk Greens, is slechts goed voor 3 procent van de totale omzet.

 

weegbrug.jpg

 

Wanneer een teler met zijn spruiten bij de fabriek aankomt, moet hij eerst op de weegbrug. Daar wordt een eerste controle uitgevoerd op basis van het brutogewicht en de teeltfiche die de teler aflevert. Die fiche vermeldt onder meer van welk perceel de spruiten afkomstig zijn en hoe vaak en wanneer ze behandeld werden. Bij de weegbrug – tevens de receptie voor leveringen – krijgen de palletten en kisten vervolgens een identificatienummer, dat hen koppelt aan de betrokken teler, het betrokken perceel, enzovoort.

Van de weegbrug gaat het naar de ingangscontrole, waar laboranten steekproefsgewijs de kwaliteit van de producten controleren. Bij spruiten kijken ze bijvoorbeeld naar de diameter en de hoeveelheid bruine vlekken. Op basis daarvan wordt de tarra (het volume in de levering dat niet bruikbaar is) en de prijs voor de producent bepaalt. Dat gebeurt allemaal in aanwezigheid van de teler, zodat nadien geen twisten over prijs of netto-levering kunnen ontstaan. 

 

kippen.jpg

 

Na de staalname vertrekt de teler en worden de palletten of kisten met spruiten door heftruckchauffeurs in de productielijn ‘gekipt’. Daar worden ze eerst gewassen, om vervolgens een eerste keer manueel gecontroleerd te worden. Vreemde objecten of spruiten die een afwijkende vorm/kleur/kwaliteit hebben, worden uit de lijn verwijderd.

 

transport.jpg

 

De manuele controle gebeurt nog op een transportband, maar daarna worden de spruiten via een stromend waterkanaal naar de blancheerzone vervoerd.

 

blancheren-vriezen.jpg

 

Die blancheerzone is hermetisch afgesloten en bevat alleen afgeronde hoeken, zodat er zich geen bacteriën in kunnen ophopen. In de blancheermachine, die 60 meter lang is, worden de spruiten 2,5 minuten lang met water van 96°C bespoten. Dit moet de enzymen op de groenten doden. Onmiddellijk daarna krijgen ze een koude douche, zodat hun kleur fixeert en ze afkoelen tot 15°C.

Het blancheerproces doodt wel de enzymen maar niet de bacteriën. Om te vermijden dat die zich verder vermenigvuldigen, worden de spruiten onmiddellijk na het blancheren ingevroren. Dat gebeurt in een lange vriestunnel, die de groenten op 20 minuten tijd van 15°C tot -20°C koelt. Opdat de spruiten niet aan elkaar zouden vriezen, worden ze in beweging gehouden door grote blazers. Die zorgen voor een voortdurende luchtcirculatie van -38°C in de tunnel. 

 

diepvries-bulk.jpg

 

Van de vriestunnel gaat het via een transportband naar de sorteerruimte. Daar worden de spruiten door een aantal automatische lijnen volgens diameter gesorteerd en in bulk verzameld. Dat gebeurt in grote houten kisten met grote plastiek zakken erin. Het plastiek waaruit die zakken gemaakt zijn, is ‘voedselgekeurd’ en dus in principe eetbaar. Net als alle kuis- en smeermiddelen die in de fabriek gebruikt worden, trouwens. Dit om te vermijden dat er groenten moeten worden weggegooid omdat ze per ongeluk in aanraking zijn gekomen met zo’n product.

De volle bakken worden vervolgens automatisch vervoerd naar een opslagruimte van -20°C. Voor ze daar worden neergezet, controleert een medewerker nog even de temperatuur van de spruiten.

 

opslag-bulk.jpg

 

Dit hele proces – van receptie tot stockage in bulk – neemt slechts 30 minuten tijd in beslag. Op die manier kan de industrie “vriesverse” producten aanbieden: binnen de 24 uur worden de groenten geoogst, geleverd en ingevroren.

 

verpakking-kippen.jpg

 

Van de productieafdeling, waarvan de tijdelijke stockage in houten bakken de laatste fase is, gaat het via een gekoelde brug naar de verpakkingsafdeling. Daar worden de bakken uitgekipt op een aantal automatische verpakkingslijnen, waarna hun inhoud eerst optisch geïnspecteerd wordt door een cameramachine, die eventuele vreemde voorwerpen (bv stukjes plastiek, metaal, andere groenten) automatisch verwijderd, en daarna een laatste keer manueel door een medewerker.

 

verpakking-sorteren.jpg

 

Het inpakken in zakjes gebeurt automatisch door een vulmachine met automatische kleppen. Die laat het gewenste gewicht aan groenten door een koker naar beneden vallen, waar ze worden opgevangen in zakjes die meteen worden dichtgesmolten zodra ze vol zijn. Dit gaat allemaal zeer snel.

 

verpakking-lijn.jpg

 

De gevulde plastiek zakjes gaan eerst door een metaaldetector. Dat is nodig omdat er tijdens het jachtseizoen kogels van jagers in de spruiten kunnen terechtkomen. Daarna wordt elke verpakking via een ingebouwd toestel in de transportband gewogen. Als hun gewicht niet klopt, worden ze automatisch van de band verwijderd. 

 

doos.jpg

 

De gewogen zakjes vallen ten slotte in een doos, die automatisch dicht wordt gekleefd en een etiket en/of stempel krijgt. De dozen worden vervolgens nogmaals gewogen en in mooie rijen automatisch op een pallet geplaatst. De manier van stapelen wordt daarbij niet aan het toeval overgelaten: ten eerste worden zo veel mogelijk dozen met hun etiket en/of stempel naar de buitenzijde geplaatst, zodat de klant de pallet gemakkelijk kan controleren, en ten tweede wordt ervoor gezorgd dat de stapel stabiel genoeg is voor transport. Voor extra stevigheid tijdens het transport worden de palletten bovendien ingewikkeld met stretchfolie.

 

stock.jpg

 

Ten slotte worden de palletten opgeslagen in een volautomatisch, gekoeld magazijn (-20°C). Daar blijven ze tot ze besteld zijn en naar de klant vertrekken.

Opmerking: soms bestellen klanten een pallet samengesteld uit verschillende producten (maximaal per laag een ander product). In dat geval worden de palletten terug uit elkaar gehaald en worden de dozen naar een automatisch pickingmagazijn gebracht. Daar worden de juiste dozen in de juiste lagen gecombineerd, en wordt de pallet opnieuw ingewikkeld.  

 

Met dank aan de familie Haghedooren-Lemahieu, REO Veiling, Agro Expo Vlaanderen en d'Arta voor de medewerking!

In de reeks ‘Een dag in het spoor van’ gaat Veldverkenners op pad, gewapend met een fototoestel, op zoek naar de oorsprong van ons voedsel.

Gerelateerde artikels