@livewireStyle
header.home link

Belgisch grondwitloof voor eeuwig veilig

Waar er ooit in België zo’n 7.000 grondwitlooftelers waren, zijn er dat nu nog amper 120. Ongeveer de helft van hen kweekt eigen rassen, met zaden van eigen witloofbloemen. Gezien de leeftijd van de telers en vaak het ontbreken van een opvolger voor deze zeer arbeidsintensieve teelt ziet het er naar uit dat hun aantal de komende jaren nog zal dalen. Daarom komt de witloofbibliotheek van het departement Biosystemen van de KU Leuven, in samenwerking met de Nationale Proeftuin voor Witloof, niets te vroeg.
28 februari 2019  – Laatste update 4 april 2020 16:23
Lees meer over:
Foto: Bart Deseyn

 

Waar er ooit in België zo’n 7.000 grondwitlooftelers waren, zijn er dat nu nog amper 120. Ongeveer de helft van hen kweekt eigen rassen, met zaden van eigen witloofbloemen. Gezien de leeftijd van de telers en vaak het ontbreken van een opvolger voor deze zeer arbeidsintensieve teelt ziet het er naar uit dat hun aantal de komende jaren nog zal dalen. Daarom komt de witloofbibliotheek van het departement Biosystemen van de KU Leuven, in samenwerking met de Nationale Proeftuin voor Witloof, niets te vroeg.

Uniek

Tot de jaren ’70 was de grondwitloofteelt voor veel mensen uit de driehoek Brussel-Mechelen-Leuven een belangrijke inkomstenbron in hoofd- of bijberoep. Iedere teler had zijn eigen zaadlijnen en verbeterde z’n eigen rassen, aangepast aan de bodem van z’n eigen percelen. Zaden gingen over van generatie op generatie, zijn daardoor geëvolueerd tot zeer sterke rassen en zijn op die manier uniek en heel waardevol.
Met de invoering van de BTW in de landbouw in de jaren ’70, de komst van hydrocultuur en massaproductie kapten veel kleine landbouwers met hun teelt, en ook de decennia nadien daalde het aantal telers gestaag.
Over de ontstaansgeschiedenis, het verschil tussen de Brusselse en Brabantse kwaliteitslabels en het telen zelf lees je verder alles in ons eerder artikel over grondwitloof.

-196 graden

Om de unieke genetische diversiteit van het typisch Belgisch grondwitloof (maar ook van wild witloof en commerciële rassen) veilig te stellen, richtten het Departement Biosystemen van de KU Leuven en de Nationale Proeftuin voor Witloof een witloofbibliotheek op, met de financiële steun van de provincie Vlaams-Brabant.

Hoe gebeurt dit?

  • Onderzoekster Yannah Cornelis verzamelde vorige zomer 422 soorten witloof: het wilde witloofzaad is afkomstig uit landen als Syrië en Irak, commerciële witloofrassen komen van Franse zaadhuizen, en voor de waardevolle zaden van Belgisch grondwitloof ging Cornelis zelf langs bij telers.
  • De zaden werden geïnventariseerd en in cryotubes gestopt, en zullen worden ingevroren bij een temperatuur van -196 graden. Bewaard voor de eeuwigheid.
    De KU Leuven is trouwens mondiaal expert wat betreft cryopreservatie van plantgoed. In een tiental cryotanks in de kelder van het departement Biosystemen wordt bijvoorbeeld ook de wereldcollectie bananen (zo’n 1.100 variëteiten) bewaard. 

Wat is de bedoeling?

Met de witloofbibliotheek willen de initiatiefnemers in eerste instantie de rijkdom van het Belgische grondwitloof bewaren. “Maar de witloofbibliotheek heeft ook wetenschappelijke doelstellingen”, vertelt professor Bram Van de Poel van de KU Leuven. “De Nationale Proeftuin voor Witloof wil service en meerwaarde bieden aan alle witlooftelers. Daarom gaan we de planteigenschappen en het genoom van witloof in kaart brengen. De genetische diversiteit van witloof bestuderen is belangrijk, niet alleen om te weten wat er zo typisch is aan Belgisch grondwitloof, maar ook om na te gaan hoe je witloof kunt beschermen tegen veranderende klimaatomstandigheden zoals droogte en hogere temperaturen. Ook dan willen we witloof blijven eten. Met dit soort onderzoek kunnen we de telers nog beter ondersteunen.”

Als er dus ooit iets verkeerd zou lopen met de gezondheid van witloof, dan kunnen wetenschappers in Leuven terecht om te zoeken naar een oplossing.

 

Bron: Departement Biosystemen KU Leuven
 

Gerelateerde artikels